• 2020-01-01 15_27_53-Foto's.png
  • Kerk1.jpg

Welkom op website van de Hersteld Hervormde Gemeente te Vriezenveen

Wel bedroefd, toch geliefd

Heere, zie, die Gij liefhebt, is krank”.            
Johannes 11 : 3 b

De liefde Gods gaat dikwijls wegen die Gods kind niet altijd voor liefde kan houden. Zo was het ook in het gezin van Lázarus en zijn twee zusters. Christus had hen lief, en toch wordt Lázarus ziek. Zó ernstig, dat het ieder uur minder in plaats van beter wordt.

En wanneer zij dan tot Christus gaan om te zeggen dat Lázarus zo ernstig ziek is, dan zeggen ze er uitdrukkelijk bij: “Die Gij liefhebt”. Deze mededeling verbergt eigenlijk een vraag. Het is alsof ze willen zeggen: “Hoe is het toch mogelijk om zó ziek en tegelijk door U geliefd te zijn?”   

De raadsels nemen toe als de Heere dan ook nog twee dagen wegblijft. Kan dat wel liefde zijn? Kan de liefde zó lang wachten? Het lijkt er veel meer op dat de nood van Lázarus en zijn zusters Christus niet meer aangaat. Hij laat hen aan hun lot over. Ze hebben alle schijn tegen. Hij, Die helpen kan, komt niet. Van God geliefd te zijn en toch ziek… Toch bedroefd, bedrukt, benauwd en dat onder een zwijgende hemel. Geen opening bij God te vinden, terwijl de liefde Gods toch gekend is. Dan wordt het ál donkerder en ál meer gaat de vraag benauwen of God dan wel ooit in waarheid naar zo iemand heeft omgezien. Maar terwijl men zich in dat huisgezin van Bethanië afvroeg of de Heere had opgehouden genadig te zijn, was toch de liefde van Gods zijde niet opgehouden. Integendeel, de ziekte van Lázarus moest medewerken om de band met Christus nog te versterken.

Het was voor Christus geen nieuws toen Hij hoorde dat Zijn vriend Lázarus zou sterven. Het moest dus met Lázarus onmogelijk worden, want de Heere had er een bedoeling mee. Zoals Hij dat Zelf zei: “Opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.”

Als God Zichzelf gaat verheerlijken, spaart Hij Zijn kind niet voor ziekte of moeite. De liefde Gods tot Zijn volk is geen vrijbrief tegen de rampen. Er moet soms veel geleden worden onder deze liefde. Eigen vlees en eigen wil hebben het er niet gemakkelijk onder. Maar anders kan Gods Naam er niet door verheerlijkt worden. Juist Gods kinderen zijn erfgenamen van de roede. Het goud moet in de smeltkroes omdat het goud is. Het koren moet gedorst worden omdat het koren is. De Heere snoeit geen vruchteloze bomen.

Die moeten ook wel de gevolgen van de zonde ondergaan, maar zij ontmoeten God er niet in.

Zijn dan alle zieken en lijdenden onder die liefde begrepen, alleen omdat ze lijden moeten? Het is zeker waar dat de Heere elke slag bedoelt als een roepstem om naar Zich toe te slaan. Maar als zo’n klop aan uw deur niet wordt opgemerkt, dan is het een slag ter verharding geweest.

Hoe kunt u het dan weten of uw lijden onder Gods liefde valt?

Dat is nu de grote vraag waaronder een kruisdrager gebukt kan gaan en die hem nog méér kan wegen dan het kruis zelf. Dat Lázarus ziek was, was tenslotte het ergste nog niet, maar hoe hadden ze het nu met Jezus’ liefde? Dát was nog de grootste vraag. Het moet ook hier uit de vrucht blijken of God u slaat uit liefde of niet. Want als de Heere in Zijn gunst slaat, dan laat het een vrucht achter in het hart.

En die vrucht is niet alleen een goedkeuring van Godswege, maar ook een zalige verbintenis aan de Heere Zelf. Het is een gemeenschap met God die boven het lijden uitgaat en waarin een lijdende zichzelf leert vergeten. Gods liefde vindt Zijn vrucht in de wederliefde. Wat zal het in dat huisgezin een wederliefde hebben meegebracht toen bleek dat Christus dit alles bestuurd had om Zijn liefde te verheerlijken. Dan verbindt alle lijden aan God. Dan hebt u met een God te doen, Die de stormen wel niet tegenhoudt, maar Die ze toch vasthoudt. En hierin wordt het nog het diepst gesmaakt Wie God voor Zijn volk is!.

                               

Ds. F. Bakker

Go to top