• 2020-01-01 15_27_53-Foto's.png
  • Kerk1.jpg

Welkom op website van de Hersteld Hervormde Gemeente te Vriezenveen

De zwijgende Borg

“Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord,
alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde”.

Mattheüs 27 : 14.

Dit begreep de stadhouder niet. Iets dergelijks had hij nog nooit meegemaakt.
Een aangeklaagde, die zwijgt als hij de gelegenheid krijgt om zich te
verdedigen
Is niet een ieder zijn eigen advocaat? Wie verdedigt zichzelf niet, zelfs al is hij
schuldig? Maar deze Onschuldige zwijgt, hoewel Hij spreken kan. Dat is dan
ook onbegrijpelijk voor de natuurlijke mens. Maar Pilatus wist niet dat hij hier
met de Borg te doen had. Hij wist niet, dat hier voor hem stond het Lam Gods,
Dat zwijgen moet, omdat al de schuld van Zijn volk op Hem is geladen. De
Christus zwijgt hier voor de hemelse Rechter. In de grond der zaak staat Hij
hier niet voor Pilatus, maar voor God met een gesloten mond als
plaatsvervanger. Want als de zondaar voor de Rechter wordt gedagvaard, hij
kan op duizend vragen niet één antwoord geven. Eeen open schuld, een

- 2 -

gesloten mond. Tegen al de geboden Gods gezondigd. Wie heeft er nog wat
in te brengen, als de schuldbrief thuis komt? Hij moet zwijgen voor God. En
zwijgen is toestemmen. Toestemmen dat Gods recht heilig is. Zulke
gedagvaarden kunnen Gods recht niet krenken. Ze moeten goed van God
spreken, ook al zouden ze verloren gaan. Dan heeft de slang het niet gedaan,
dan heeft Eva het niet gedaan, dan hebben de omstandigheden het niet
gedaan, maar dan ben ik zelf de overtreder. En daarom zweeg Christus op al
de beschuldigingen. Als Hij gesproken had om Zich te verdedigen, dan had Hij
geen Borg kunnen zijn. Wat Hem Zelf betreft, Hij had kunnen spreken van Zijn
onschuld en reinheid. Doch wat de Zijnen betreft, Hij kon niet spreken. Hij kon
het niet vanwege Zijn zondaarsliefde. Wat een sprake gaat er uit van dat
zwijgen. Zijn spreken is goud en zijn zwijgen is goud. Hij sprak, toen het ging
om het behoud van de Zijnen. Dan doet Hij Zijn mond wel open en zegt: “Laat
dezen heengaan”. Maar Hij zweeg toen het ging om het behoud van Zichzelf.
Hij wilde Zijn eigen advocaat niet zijn, om het wel te kunnen zijn voor een
ander. Hij zweeg als het ging over eigen belang, om te kunnen spreken in het
belang van een zondaar, die wordt aangeklaagd voor Gods rechterstoel. Hij
zweeg in Zijn vernedering, om te spreken in Zijn verhoging. Want Hij heeft de
Zijnen eerst door zwijgen verlost. Is er nu iemand onder onze lezers, die door
de wet Gods wordt aangeklaagd? Is er een gedagvaarde, die met een
gesloten mond voor de hemelse Rechter staat? Is er een man of vrouw, een
jongeling of jonge dochter, die een beklaagde bij God is geworden? O, wat
moeten ze zwijgen als Gods wet ze aanklaagt tegen alle geboden gezondigd
te hebben. En toch, houd nog maar moed. Er is nog een sprekende Christus
voor een zwijgende zondaar. Er leeft nog een tussen-tredende Middelaar. En
waar een zondaar bij God uitgepraat is, daar begint Hij te spreken. Had ge
daar ooit op durven hopen, volk van God, dat er nog een sprekende Borg was
voor een zwijgende schuldenaar? Wat een eeuwige meevaller, als er een
Ander tussen-treedt in uw rechtzaken, die bij God te doen zijn. Als het Lam
Gods Zijn mond opent en het gaat opnemen voor een mens, die alleen de
dood voor ogen ziet. Want ze wisten wel, dat er een Middelaar was, maar ze
konden niet geloven, dat Hij voor hen was. Totdat het Hem behaagt om Zich
aan hen bekend te maken. Dan krijgen ze moed in Hem. Maar nooit zou Hij in
hun belang kunnen spreken, als Hij niet eerst had gezwegen. En dat zwijgen
kostte Hem het leven. Het bracht Hem naar de helse smart. Wees dan maar
veel bezig met de Borg in Zijn zwijgen. Want voorwaar, Hij heeft Zijn kerk door
zwijgen verlost.

Ds. F. Bakker (uit het eeuwige woord, deel III )

Go to top